Toen Holden Harris drie jaar was, veranderde hij langzaam van een levenslustige peuter in een teruggetrokken jongetje dat helemaal in zijn eigen wereldje leefde. Zelfs zijn vriendinnetje Ella kon hem niet meer bereiken. Hun ouders waren goed bevriend maar Ella’s moeder was bang dat haar dochter het ook zou krijgen en langzaam maar zeker maakte ze zich los van de familie Harris tot er helemaal geen contact meer was.
Als Holden achttien jaar is, ontmoet hij op de middelbare school Ella weer. Hij praat niet maar communiceert met flitskaarten. Met de kaart waarop staat: ‘Ik zie’, laat hij weten dat hij Ella herkent. Hoewel Ella sympathie voor hem heeft, herkent ze hem niet. Als ze later thuis in fotoalbums van vroeger bladert, komt ze met een schok tot de ontdekking dat zij en Holden vroeger bevriend waren. Ze sluit weer vriendschap met Holden.
Ella zit in de dramaklas en repeteert voor de musical die aan het eind van het schooljaar opgevoerd zal worden. Ze heeft ontdekt dat Holden van muziek houdt en door haar toedoen mag Holden de dramalessen bijwonen. Langzaam maar zeker komt Holden meer los uit zijn eigen wereld.
Een bijzondere, ontroerende roman over een jongen met autisme. Hoewel ik wel wat van autisme afweet, heeft het me verbaasd dat het niet altijd zo is dat je met autisme geboren wordt. De auteur schrijft met grote fijngevoeligheid en inlevingsvermogen. Sommige passages zijn zo ontroerend geschreven dat ik mijn ogen niet droog kon houden.
Een klein minpuntje vind ik dat de leerlingen vaak met ‘kinderen’ worden aangeduid. Ik vraag me af of dat in het origineel zo staat beschreven of dat de vertaalster dat er zo heeft neergezet. De term ‘kinderen’ vind ik niet passen bij leerlingen van een middelbare school.
Geef een antwoord