Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Twee vriendinnen van elf jaar zitten samen op een school voor het leren lopen op een modeshow. Dikke pret, maar Darta mag niet van haar vader. Zij sluipt stiekem het huis uit om mee te doen.
Dan krijgt Darta de kans mee te doen aan een echte modeshow. Hoe moet dat nu? Papa mag niets weten maar haar stiekeme gedrag heeft gevolgen. Niet alleen voor papa, maar ook komt er een breuk in haar vriendschap met Harper.
Dit boek is uitgegeven naar aanleiding van het thema van de Kinderboekenweek 2024, Lekker eigenwijs. Het is een echt meidenboek. De voorkant schittert je tegemoet met gezellige glitters. Het thema eigenwijs komt goed uit de verf. Het is een boek om in weg te dromen voor meisjes, maar ook een boek waarin je kunt leren dat de dingen die je doet gevolgen hebben. Bij Darta zijn dat de dingen die ze stiekem doet en bij Harper de vriendschap die in gevaar komt door haar jaloezie. Darta krijgt op de laatste bladzijde nog te maken met een grote verrassing. Helga van Kooten schrijft alsof je alles zelf meemaakt en de vrolijke tekeningen van Michel de Boer maken het tot een aantrekkelijk boek om te lezen.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Kruimels in het heelal. Minder dan dat eerlijk gezegd. We zijn zo klein als je naar de grootte van het heelal kijkt, dat het onmogelijk lijkt dat we bestaan. We bestaan niet alleen, we kunnen zelfs nadenken over alles wat ons omringt. Heino Falcke is een autoriteit op het gebied van het heelal. Hij laat samen met zijn vrouw in dit boek iets zien van de verhoudingen tussen mens en heelal en dat doen zij door een gesprek van een heelal-wetenschapper met zijn dochter Jana.
Direct al in het eerste hoofdstuk is duidelijk dat de geleerde wetenschapper niet zo veel kan met de geloofsvragen die zijn dochter stelt. Maar over wat hem bezighoudt kan hij onderhoudend vertellen. Elke dag vertelt hij iets over de afstanden en wat er in het heelal te zien is.
Op bijna elke bladzijde zie je mooie foto’s van de onderwerpen waar hij Jana over vertelt.
Minpunten
In het laatste hoofdstuk komt de enormiteit van het heelal ten volle in beeld en stelt Jana de vraag: Woont God ergens daar of is er een volgende hemel.
Haar vader zegt dat ‘we’ dat nooit zullen weten. Evenals zijn zwijgen in het eerste hoofdstuk als Jana vraagt waar de oma van Karl heengegaan is na haar sterven, beschouw ik dit antwoord als vreemd.
Hij had tenminste kunnen antwoorden dat er mensen zijn die daar beter antwoord op kunnen geven dan hij, want zo blijkt op de bladzijden daarna, dat hij nergens zeker van is, waar het het bestaan van God betreft. Dat geeft niet, dat mag van mij, maar om juist dit transcendente gesprek in zijn verhaal over de veronderstelde fysieke oerknal te plaatsen, geeft het verwarring voor de lezers. En dat vind ik jammer.
Het boek is onderhoudend en zelfs heel leuk om te lezen maar ik zou het niet samen met mijn (klein)kinderen kunnen lezen. Ik mis de verwondering over de prachtige schepping van God. God schiep de hemelen en de aarde. Dat staat voor mij vast en daarom betreur ik het verschijnen van dit boek. Het leidt bij God en zijn prachtige werk vandaan. Het laat geen ruimte om God als schepper te leren kennen of te onderzoeken wie Hij is.
Door het waarom te plaatsen te midden van het wat, zijn Dagmar en Heino gekunsteld bezig. Laat het wat voluit zien, prachtig! Maar over het waarom en het wie hadden zij beter aan de wijsheid van de theologen en filosofen over kunnen laten om daar voor kinderen over te schrijven.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Stiles pleit in dit boek voor een evangeliserende gemeente. Ofwel, een gemeente met mensen van wie het hart zo overloopt van liefde voor Jezus, dat het als vanzelf een gespreksonderwerp is. Niet alleen onderling, maar vooral ook naar iedereen die het wil horen.
Een citaat: ‘Ik denk niet dat projecten de meest effectieve, of zelfs de primaire manier zou moeten zijn waarop we evangelisatie bedrijven.’ Deze stelling gaat als een rode draad door het boek heen.
Ik kan op veel punten met de schrijver meegaan. Ook in de kerk waar ik zelf kom, wordt evangelisatie overgelaten aan mensen die in een evangelisatiecommissie deelnemen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Persoonlijke evangelisatie is belangrijk en essentieel in het Koninkrijk van God. Toch neemt de auteur het te strak. We mogen immers geloven dat preken van voorgangers harten van mensen bereiken. Mensen die het evangelie over de hele wereld brachten, spraken soms tegen duizenden mensen, denk aan Billy Graham of Reinhard Bönnke. Velen kwamen tot geloof in de boodschap die ze voor het eerst hoorden.
Maar natuurlijk moet elke christen bereid zijn van zijn of haar geloof te getuigen. Het is goed om daarvan doordrongen te zijn. Ik ben dus best wel enthousiast over dit boek. Lees het met het doel nog opener te worden naar je omgeving over je geloof. Wie weet hoe God dat gebruikt.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Holwerda heeft een jeugdboek geschreven om kinderen te vertellen hoe de aarde onder je voeten in elkaar steekt. Ze heeft haar boek op de manier ingedeeld zoals zij de geschiedenis van de aarde presenteert. Met een simpel: hoe dieper je graaft, hoe meer je vindt over de steeds oudere geschiedenis. Ze heeft dit in 7 delen opgesplitst. De huidige grond. De Middeleeuwen. De tijd van de Romeinen. De prehistorie. De ijstijden. De oertijd. Als laatste wat er zich onder de aardkorst bevindt.
Het is jammer dat Holwerda deze indeling helemaal baseert op de theorie van een zeer oude aarde en langzame processen. Dit idee gaat duidelijk mank bij de uitleg wat fossielen zijn op bladzijde 88. Fossielen zouden zich langzaam vormen. Ze zegt dat het zeldzaam is dat een fossiel gevormd wordt omdat in de natuur opruimers leven. Daarbij laat ze buiten beschouwing dat er een theorie is van een jonge aarde met een catastrofale geschiedenis. Ook de geologie laat zij buiten beschouwing. Maar liefst 75% van de aardlagen op aarde is afgezet door waterstroom. Als iets plotseling onder water komt te staan wordt het afgesloten van zuurstof en als er dan lagen overheen komen versteent het, dit kan in enkele uren plaatsvinden en niet langzaam, zoals de schrijfster beweert. Daarom vinden we op hoge bergen fossielen van schelpen en zeedieren. Het is sediment door water afgezet. En dat is over de hele wereld zo. Dat fossielen ontstaan is niet super zeldzaam zoals Holwerda beweert. Het vindt nog steeds plaats en er worden nog steeds veel fossielen gevonden.
Door de eenzijdige benadering van de aardlagen en het daarbij noemen van de door die theorie bepaalde opvatting dat de aardlagen steeds ouder waren dan tot op een bepaald moment aangenomen, lijkt het of dit de waarheid is. Bijvoorbeeld een mammoetbaby van 39.000 jaar oud en een schildpad fossiel van tussen de 66 en 95 miljoen jaar oud.
Deze eenzijdige opvatting doet afbreuk aan andere theorieën die vaak een goede onderbouwing laten zien. Polonium-210radiohalo’s tonen bijvoorbeeld aan dat Jura, Tria en Ecoceen zijn ontstaan in slechts enkele maanden en niet in honderden miljoenen jaren. Deze tegenovergestelde bevindingen maken de gehanteerde volgorde in het boek en de beweringen onhoudbaar.
En dat is jammer gezien het enthousiasme en de zorg waarmee zij het boek heeft geschreven en de zorgvuldigheid waarmee het is vormgegeven. Er staan leuke proefjes in.
Heel leuk om dit boek samen met kinderen te lezen. Vanaf bladzijde 86 is het raadzaam om een gelijkwaardig jeugdboek vanuit de andere theorie ernaast te lezen. Overigens valt het vanaf die bladzijde op dat er steeds vaker sprake is van vooronderstellingen.
Bij de inhoudsopgave legt Hanna uit dat zij de mannelijke vorm gekozen heeft voor sommige beroepen. Maar dan moet je ook van archeologe spreken in plaats van archeoloog of paleontologe in plaats van paleontoloog. Het klinkt raar om de mannelijke woordvorm te gebruiken en dan verder te gaan met “zij” en “haar”.
Veel van Hanna’s vragen en onzekerheden zijn te verklaren vanuit een jonge aarde / watercatastrofe theorie. Zowel voor onderwijs- als opvoedingsdoeleinden, zou ik kiezen voor het lezen van aanvullende jeugdboeken vanuit die theorie naast deze. De behandelde stof nodigt in ieder geval uit tot het stellen van meer vragen. Klopt het dat als je steeds dieper graaft je ook verder de geschiedenis in komt door de vondsten die je daar doet?
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Rashika en haar tweelingbroer Gautam zijn geadopteerd vanuit Sri Lanka door een Nederlands echtpaar.
Ze zijn allebei vurig gewenst, maar in tegenstelling tot Gautam, houdt Rashika zich als kind veel bezig met vragen over haar afkomst.
Moeder Ank vindt het moeilijk om op de vragen van Rashika in te gaan.
Als Rashika in de puberteit komt, zet ze zich zo heftig af tegen haar ouders dat thuis wonen geen optie meer is.
Als ze met z’n vieren een rootsreis gaan maken naar Sri Lanka, worden de verhoudingen onderling beter.
Toch loopt deze rootsreis op een teleurstelling uit en krijgt Rashika geen antwoord op de vragen over haar afkomst.
Vanuit het perspectief van de biologische moeder, de adoptie ouders en van de geadopteerde Rashika zelf, heeft Tonja Versluis een gevoelig verhaal geschreven.
Het is knap hoe ze dit onderwerp van verschillende kanten heeft uitgediept. Het is duidelijk dat ze hier grondig onderzoek naar heeft gedaan.
Dat Ruud, de adoptievader, ook een dagboek bijhoudt dat terug gaat naar zijn eigen jeugd, maakt het verhaal wat complex.
Regelmatig wijkt de schrijfster af van het onderwerp zodat de passages hier en daar wat langdradig zijn.
Het verloop van de zoektocht naar de biologische moeder blijft in een waas van geheimzinnigheid gehuld, maar de oplettende lezer ziet meer dan Rashika zelf ziet. De afloop vond ik wat teleurstellend, maar er komt een vervolg. Zal daarin het antwoord komen waar Rashika naar op zoek is? Ik ben benieuwd!
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Dun boekje, rijke inhoud. De schrijfster laat zien dat er door de tijden heen verschillend is omgegaan met de bijdrage van de vrouw in hun leven, hun tijd en hun maatschappij. Het is verhelderend en als je er open voor staat, draagt het zeker bij aan een verandering van standpunten van zowel mannen als vrouwen. In alle tijden lijkt het hardnekkige beeld van de vrouw, dat zij klein, niet veelbetekenend, niet wijs, niet slim, niet sterk, niet evenveel waard en nog veel meer niet is, te blijven bestaan bij zowel mannen als vrouwen. Pegtel constateert dit op een nuchtere manier, hoewel het gemelde vaak schokkend is.
Modern onderzoek laat zien dat vrouwen tot evenveel en vaak tot meer en in ieder geval tot andere grote dingen in staat zijn dan de man.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
We kunnen de weg van het leven gehaast en rennend bewandelen, maar soms moeten we ook even stilstaan. Met dit boekje krijg je alle gelegenheid om even te kuieren en wat langer te rusten. Lieven Vandekerckhove heeft allerlei korte pakkende verhalen geschreven. Van brood bestellen bij de bakkerin, een vertrapte bloem op straat of een dementerende leraar. De kleine dingen uit het alledaagse leven staan in de schijnwerpers. Datgene waar we soms zomaar aan voorbijlopen. Maar soms moeten we langer stilstaan. En dat geldt ook voor deze verhalen. Zijn de gebeurtenissen wel zo triviaal? Wat hebben ze ons te zeggen? Wat maakt ons mens? De schrijver weet, zonder dit expliciet te benoemen, de essentie van het leven voelbaar te maken. Balancerend op het snijvlak van realiteit en essentie. Brengt het leven ons uit balans of blijven we overeind staan? Spannend zijn de verhalen niet, maar soms wel rauw, tastbaar en herkenbaar dichtbij.
Dit boek hoeft niet in één keer uitgelezen te worden. Je pakt het er in een verloren uurtje makkelijk even bij. En soms moet je het verhaal nog eens lezen om wat dichter bij de bedoeling te komen.
Een minpuntje bij dit boek is dat het aangeprezen wordt als een geïllustreerde bundel, maar met slechts drie afbeeldingen is dit aanbod wat karig. De illustraties zijn een weergave van de tekst maar voegen als zelfstandige bron geen extra dimensie toe. De woordkeuze en het taalgebruik zijn duidelijk Vlaams. De inhoud verraadt hier-en-daar de leeftijd van de schrijver. Je herkent hierin de kijk van een observerend persoon met levenservaring. Onder oudere mensen zal de inhoud snel herkenning vinden. Mijn inschatting is dat jongeren dit boek wat minder zal aanspreken, maar hoe levendig zullen de gesprekken zijn als zij de verhaaltjes zouden voorlezen aan bijvoorbeeld hun grootouders?
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
In het geloof moeten we zo rennen alsof we maar één doel voor ogen hebben: Het behalen van de eerste prijs. Hiervoor is een specifiek parcours uitgestippeld. Dit boek laat je de route zien die gelopen moet worden. En de spelregels worden daarbij kort uitgelegd. Aan de hand van de Apostolische Geloofsbelijdenis wordt de basis van het christelijke geloof beschreven. Je krijgt hiermee een eenvoudige samenvatting van het evangelie van Jezus Christus.
Het is wel jammer dat dit boek vooral theoretisch blijft. De inhoud is voor een gelovige lezer vaak al bekend en blijft ook wat mager. Ik denk dat iemand die de wedstrijd wil lopen, zich graag goed wil voorbereiden en van anderen, die al wat meer trainingservaring hebben, zal willen leren. Er worden weinig tot geen praktische handvatten geboden hoe de wedstrijd in het leven gelopen kan worden; obstakels op de weg komen niet aan bod. Het biedt beginnende gelovigen weinig praktische geloofskennis zoals de lasten afleggen, bemoediging om vol te houden, obstakels overkomen en te volharden tot het einde van de wedstrijd om uiteindelijk de kroon van het leven ontvangen. Dit boekje laat daarom de indruk achter de spelregels gelezen maar de wedstrijd nog niet gelopen te hebben.
Ik wil dit boekje vooral aanbevelen aan hen die aan het begin van de wedstrijd staan en zich de inhoud van het christelijke geloof eigen willen maken. Maar het winnen van een wedstrijd is niet alleen voor de sporter een belangrijke uitdaging, maar inspireert de toeschouwers ook. Dit boek is daarom ook geschikt voor niet-gelovigen die kennis willen nemen van het christelijke belijden. Vanwege de beknopte inhoud is het ook geschikt om weg te geven.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Het evangelie is het goede nieuws dat God de wereld zo lief heeft gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. De vraag die John Piper stelt, is of je in Christus moet geloven om gered te worden. Hij merkt in de hedendaagse evangelieverkondiging de tendens op om het evangelie meer inclusief en aantrekkelijker te maken. Hij spreekt zich uit tegen diverse stromingen die de exclusiviteit van Jezus’ verlossingswerk ontkennen of afzwakken (annihilationisme, universalisme, pluralisme en inclusivisme). Om tot een goede Bijbelse onderbouwing te komen, werkt hij de volgende drie vragen uit. Zullen mensen een eeuwige bewuste pijniging ondergaan onder Gods toorn? Is het werk van Christus noodzakelijk voor redding? Is bewust geloof in Christus noodzakelijk voor redding? Al deze vragen beargumenteert hij op grond van heel veel Bijbelse citaten bevestigend. Zijn argumentatie is, zoals we bij John Piper kunnen verwachten, vooral gestoeld op het calvinistisch gedachtegoed. Verlossing is alleen mogelijk door het geloof in Jezus Christus. Hij benadrukt dat met Jezus een nieuw tijdperk van heil is aangebroken; alle volken moeten van dit goede nieuws horen. Over de volken uit het Oude Testament schrijft hij dat God ‘voorbijziet’ en dat de gebeurtenissen zoals de uittocht getuigenissen waren van Gods reddend werk. Hij werkt echter nauwelijks uit wat dit ‘voorbijzien’ dan betekent voor hun heil. De vraag die mij hierbij parten speelt, is of de geschiedenissen in het Oude Testament wel zo makkelijk vanuit een heenwijzen naar het verlossend werk van Jezus uitgelegd kunnen worden. Ook bespreekt hij nauwelijks hoe hij denkt over alle volken uit de afgelopen duizenden jaren die nog nooit over Jezus gehoord hebben. Zij die wel van Jezus gehoord hebben en hier niet naar handelen, zullen veroordeeld worden. Maar hoe zit het dan met hen die wel een ingeschapen kennis van God hebben en hier rechtvaardig naar handelen maar het Evangelie nog nooit gehoord hebben? Hoe reikt Gods Vaderhart naar deze mensen uit? Misschien moeten we onze ideeën hierover loslaten en het oordeel bij God in Christus laten. Het gevaar is dat we anders mogelijk een te eenzijdig beeld van God benadrukken, waarbij rechtvaardigheid en soevereiniteit meer aandacht krijgen dan Gods Vaderhart en Zijn liefde.
De hel krijgt bij Piper nadrukkelijk de plaats van oneindige verschrikking en pijniging als straf op de zonde. Hij beschrijft dat de ernst van het kwaad zo groot is, dat de hel een demonstratie is van de oneindig waarde van Gods heerlijkheid waaraan zondaars hebben tekortgedaan. Alleen geloof in Jezus kan je van de hel redden. Piper benadrukt dat evangelisatie daarom zo belangrijk is. Zijn argumenten zijn door eenzijdigheid wat onbevredigend. Hoeveel rijker had zijn boodschap kunnen zijn als hij Christus als Overwinnaar op de hel meer had laten schitteren. Hij heeft het kwaad overwonnen en dit terzijde geschoven. Hij is de hel ingegaan om het kwaad zijn plek toe te wijzen en ons het leven te geven. Het argument van Piper is vanuit zijn theologie begrijpelijk, maar zijn accent verschuift mijns inziens hiermee te veel naar de mens in plaats van De Mens.
Hij draagt in dit compacte werk ook een warm hart toe aan het zendingswerk. Alle volken moeten bereikt worden en als wij de boodschap van het Evangelie afzwakken, zeggen wij daarmee ook iets over alle zendingswerkers. Hij moedigt ons vooral aan om juist hen goed te ondersteunen, zodat daarmee aan Gods opdracht voldaan kan worden. Hiermee reikt John Piper voor heel de gemeente een waardevolle opdracht aan.
Door het hele boek worden verwijzingen gegeven naar extra noten die achter in het boek zijn opgenomen. Deze zijn ook zeker de moeite waard om te lezen. Hier wordt niet alleen verwezen naar geraadpleegde literatuur, maar wordt ook regelmatig een overtuiging of discussie verder uitgediept.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Hoe leren we God kennen en komen we meer over Hem te weten? De Bijbel leert ons dat we kennis van God kunnen krijgen door Zijn Woord en door de natuur. Er wordt vaak gedacht dat wetenschap en filosofie hier niet onder vallen en hiermee in strijd zijn. Van Woudenberg onderzoekt of moderne wetenschap en geloof conflicterend zijn en of filosofie en geloof samen kunnen gaan. En uiteindelijk stelt hij de vraag of we via deze invalshoeken ook dichter bij God kunnen komen.
Het boek is opgedeeld in vier delen: God en wetenschap, God en evolutie, God en filosofie en God en waarheid. Van Woudenberg laat zien dat wetenschap geen strikte bewijzen kan leveren maar vooral stoelt op hypothetische verklaringen waarvoor een bepaalde mate van evidentie gevonden kan worden. Het opstellen van deze verklaringen gebeurt vaak op een wijze die het beste past bij onze persoonlijke overtuiging. Tussen geloof en wetenschap vindt dus voortdurend een dialoog plaats. Hij wijst op verschijnselen waarbij meer evidentie aanwezig is voor het bestaan van God; bijvoorbeeld de ordelijkheid en patronen in de materiële werkelijkheid die wetenschappelijk niet te verklaren zijn. Het christelijke geloof kan/mag daarom functioneren als een regulerende overtuiging bij het ontwerpen en beoordelen van theorieën. Religie zou volgens hem daarom prima passen binnen de wetenschap.
Hij spitst zijn betoog ten aanzien van evolutie vooral toe op toeval en moraliteit. Hij laat zien dat toeval Gods wil nog niet uit hoeft te sluiten. We mogen er niet zomaar van uitgaan dat God alleen het waarschijnlijke doet. Ook pleit hij voor de objectiviteit van het moraal. Dat wat evolutionair gezien voordeel oplevert, hoeft moreel gezien nog niet goed te zijn.
Verder analyseert hij de verhouding tussen geloof en weten. Beide hoeven elkaar niet te bijten. Weten impliceert geloof, terwijl geloof geen weten hoeft te impliceren. Een gelovige gelooft zonder bewijs dat God bestaat. Dit veronderstelt echter nog niet dat als er geen bewijs voor God geleverd is, dat er wel bewijs bestaat dat God niet bestaat. Filosofisch gezien is het onmogelijk om vanuit onze begrensde schepping iets over de Schepper te kunnen zeggen. De mens kan niet voorbij zijn eigen mogelijkheden denken. Van Woudenberg benadrukt daarbij dat vanwege onze begrensde logica het zoeken naar Godsbewijzen niet mogelijk is. Waarheid wordt niet alleen vanuit het rationele denken verkregen. Onze voorstellingen moeten altijd geïnterpreteerd worden. Hiervoor is een kader nodig. Dit kader is zelf vaak niet het product van wetenschappelijk onderzoek en heeft soms (onbewust) een voorwaardelijk karakter. Ze komt vaak voort uit een overtuiging en geloof. Geloof in God kan het kader zijn waarbinnen interpretaties vormgegeven worden. Dit vraagt een pluralistische benadering waarbij kennis uit verschillende bronnen verkregen kan worden; hij noemt hierbij de mystieke weg, rationeel inzicht, redeneringen, getuigenissen of goddelijke openbaring.
Juist daar waar de grenzen van de wetenschap gevoeld worden en daar waar ons kennen beperkt blijkt te zijn, kan God gevonden worden. Daar ligt ruimte voor verwondering, ontzag en een brug naar de overzijde. Van Woudenberg biedt alle ruimte om van deze brug gebruik te maken. Deze brug ligt er nu eenmaal en is heel nuttig gebleken. De brug zelf is niet de bestemming, maar mag gezien worden als een traject tussen de mens en God. Hij benadrukt wel dat deze brug geen eenrichtingsweg is. God komt naar de mens en de mens zoekt naar God. Theologisch gezien ligt vaak de nadruk op Gods initiatief om mensen te trekken en met een ‘Adam waar ben je?’ in relatie te treden. Maar van Woudenberg beantwoordt vooral de weg van de mens naar God, zonder daarbij de persoonlijke, relationele kant te benadrukken.
Uiteindelijk kan gezegd worden dat Van Woudenberg in zijn doelen goed is geslaagd. De argumenten die hij aanreikt tegen de objectiviteitsclaims van de wetenschap en evolutietheorie zijn niet heel vernieuwend, maar hij weet hieraan wel een nieuw perspectief toe te voegen. Geloof in God en wetenschap kunnen samengaan. Filosofie kan ons helpen inzien waarom dit mogelijk is. Maar ook demonstreert hij hoe deze filosofie vormgegeven kan worden. Zijn argumenten zijn helder en scherpzinnig verwoord zonder te willen overtuigen. Het helpt de lezer vooral om kritisch te kijken naar de eigen overtuigingen en biedt voldoende argumenten om de weg naar God aannemelijk te maken. De inhoud van de argumentatie is voor een niet-filosofisch ingestelde lezer mogelijk best pittig. Argumenten worden regelmatig niet volledig uitgewerkt omdat enige voorkennis of belezenheid verondersteld wordt. Dit houdt het tempo er goed in en zorgt ervoor dat Van Woudenberg niet al te langdradig wordt, maar naar mijn mening wordt iets te vaak benoemd dat hij op een redenatie niet dieper in kan gaan omdat dit elders al uitgebreid beschreven is. Ook is jammer dat er toch aardig wat taalfouten zijn achtergebleven; in zinnen komen met enige regelmaat dubbele werkwoorden voor.
De vormgeving van de omslag sluit mooi aan bij de inhoud. De gulden snede als een abstracte weergave hoe de verhoudingen in weten en geloven liggen. Maar zij kan ook gezien worden als uiting van een diep verlangen naar een herstelde harmonie tussen God en mens.
Dit boek is vooral een aanrader voor ieder die zich meer wil verdiepen in filosofische beschouwingen over wetenschap, evolutie en geloof.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:





















