Dit is het eerste boek in serie van vier: Angels walking.
Tyler Ames leeft voor honkbal. Hij heeft al een mooie carrière opgebouwd, maar een ‘Perfect game’ heeft hij nog nooit bereikt. Op het moment dat hij dit hoogtepunt vrijwel zeker gaat bereiken, gebeurt het vreselijke: Hij raakt ernstig geblesseerd aan zijn schouder en moet geopereerd worden. Dan blijkt dat hij niet verzekerd is via de club. Hij wordt uit de club gezet. Zelf besluit hij om te sparen voor de operatie, ervan overtuigd dat hij zal terugkeren op het honkbalveld. Tyler slikt pijnstillers en probeert met één hand te functioneren. Hij vindt schoonmaakwerk in een verzorgingstehuis voor demente bejaarden. Daar raakt hij bevriend met Virginia, die denkt dat hij haar zoon is.
Honkbal was er de oorzaak van dat Tyler en Sami’s relatie verbroken werd.
Sami heeft nu verkering met Arnie maar Tyler is nog heel vaak in haar gedachten…
De proloog en de epiloog gaan over een vergadering van engelen. Beck en Ember worden op missie gestuurd. Het betreft een nog niet geboren kind dat een groot leraar zal worden. Maar daaraan voorafgaande moet het weer goedkomen tussen Sami en Tayler.
Het is heel interessant om te lezen hoe engelen mensen helpen. Door het verhaal heen bieden Beck en Ember in mensengedaante hulp aan mensen. Echt vreemd vind ik het wel dat Tyler uit de club wordt gezet als hij geblesseerd is. Hij kan zich geen operatie veroorloven en ze laten hem vallen als een baksteen. Misschien is dit Amerikaans; als je niet meer kunt functioneren, dan tel je niet meer mee. Tevens vind ik het raar dat de vriendin van Sami, die christen is, aan yoga doet.
Geef een reactie