Bij Emile wordt op 26-jarige leeftijd, jong-Alzheimer vastgesteld. De prognose is dat het een snel verloop zal hebben. Hij besluit zijn familie en hun verwachtingen van hem, te ontvluchten. Hij koopt een camper en plaatst een advertentie voor een reisgezel. Joanne, een stille in zichzelf gekeerde vrouw, reageert en samen beginnen ze aan een road trip door de Pyreneeën.
Gaandeweg het boek kom je met de hoofdpersonen op pittoreske plaatsjes in Frankrijk en ontspint zich het verhaal van twee gekwetste personen die behoedzaam een relatie als reisgenoten aangaan. Maar samenleven als wildvreemden in een krappe reisentourage is niet makkelijk. Naast het voortschrijdende ziekteproces van Emile worden in flashbacks ook zijn en Joannes verleden uiteengezet. Hoewel dit verhaal meer dan 600 pagina’s bevat, leest het als een trein en raak je steeds meer geboeid door de zich ontrafelende geschiedenis. Het is fijngevoelig geschreven, met mooie en liefdevolle karakters. De moderne spiritualiteit die het boek uitademt kan misschien niet iedereen waarderen, net als de onenightstand aan het begin in het boek, dat in dit zo liefdevolle en pure verhaal klinkt als een goedkope dissonant. Maar al met al is het een ontroerend verhaal over liefdevolle mensen.