Boekrecensies vanuit christelijk perspectief

202400

Noach

Auteur

Type boek

Recensie

Datum

Waardering

Brian Godawa

roman

Saskia Schouten

30-06-2022

2.5 out of 5 stars

 

BESTEL

Recensie

In de dagen dat de Nefilim (reuzen) op aarde zijn (Genesis 6), heersen de goden Anu en Inanna over de regio van Unuk, de stad van Kayins zoon. Ze hebben bijna alle mensenstammen voor zich gewonnen, behalve Noach en zijn stam. Hij is het ‘gekozen zaad’ en de goden willen hem vernietigen. De stam van Noach wordt aangevallen en de vrouwen worden meegevoerd naar de afgodstempels. Noachs zwangere vrouw Emzara komt terecht bij Lugalanu, een priesterkoning die zich volledig heeft toegewijd aan de goden. Lugalanu wil Emzara als vrouw maar maakt haar eerst tot dienstmaagd. Als Cham geboren is, wordt hij van haar weggenomen. Hij is voorbestemd om priester te worden en Emzara mag hem pas terugzien als hij zestien jaar is en ingewijd zal worden als priester.

De rest van het verhaal gaat over Noach die met zijn beschermengel en zijn mannen vecht tegen het kwaad en op het laatst wordt de ark gebouwd.

Hoewel ik het onderwerp boeiend vind, valt het verhaal me tegen. Ik verwachtte dat het bouwproces van de ark zou worden beschreven en de spotternijen van ongelovige mensen. In plaats daarvan gaat het grootste deel van het verhaal over de strijd van Noach tegen het kwaad en het leven van Lugalanu, de goden en de halfgoden.

De auteur beschrijft vreemde wezens waarover ik ook in andere boeken heb gelezen. De chimaera’s met het lichaam van een mens en de kop van een roofvogel of een wild dier.

De gibborim en andere wezens met namen waar je over struikelt.

Heel vreemd vind ik het dat de auteur Cham als derde zoon van Noach noemt, terwijl je uit de Bijbel kunt halen dat hij de tweede zoon is.

Als Noach en zijn familie aan boord van de ark gaan, sluipt Lugalanu naar binnen met het doel om Noach te doden. Hij wordt gedood door enkele roofdieren. In de Bijbel staat duidelijk dat er buiten Noach en zijn familie geen ander mens aan boord gaat.

Als je een Bijbelse roman schrijft, moet je de feiten zoals die in de Bijbel staan niet veranderen. Wat er niet instaat kun je natuurlijk beschrijven zoals het geweest zou kunnen zijn.

Vreemd dat Naël, Chams vrouw die zwanger is ‘weet dat de eerste van deze halfgoden al leeft en in haar groeit’. Dat baseert ze op een geheim dat zij alleen weet en daardoor lijkt het erop dat niet Cham maar een halfgod de vader van haar kind is. Dit gegeven is absoluut onbijbels. Hiermee eindigt het boek.

Wat ik veel interessanter vind dan het verhaal zijn de appendices die achterin staan. Daar wordt uitleg gegeven over o.a. de Nefilim en de godenzonen.

Het boek leest niet lekker weg door de moeilijke namen en doordat er taalkundig veel aan mankeert. Ik vraag me af of dat aan de vertaler of aan de redactie ligt.

Bijvoorbeeld: woorden met ‘heid’ op het eind, waar ‘heid’ is weggelaten; trans i.p.v. trance; als bv. de deur opengaat staat er: het ging open i.p.v. hij ging open; die meisje, die kind enz.

Dit gaat het hele boek zo door en dat vond ik erg storend. Hierdoor en de vele gevechten en lastige namen, vond ik het een opgave om dit boek uit te lezen.

De inleiding en de appendices vond ik heerlijk om te lezen.

Jouw waardering

Like en deel deze recensie:



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.