Maria, de dochter van Willem van Oranje is op negenjarige leeftijd bij hertogin Margaretha aan het koninklijk hof in Brussel komen wonen, met de bedoeling om van haar te leren en haar te dienen. Als ze elf jaar is, krijgt Maria te horen dat haar oma Juliana zich niet goed voelt en dat ze naar de Dillenburg moet vertrekken. Daar aangekomen, blijkt dat er niets met oma aan de hand is. Wel ontdekt Maria dat er bij elke maaltijd uit de Bijbel gelezen wordt, de protestantse Bijbel waarvoor Margaretha haar gewaarschuwd heeft. Maria wordt bang omdat de hertogin haar wijsgemaakt heeft dat stiefmoeder Anna door de Bijbel krankzinnig is geworden.
Door oma Juliana wordt Maria van dat denkbeeld verlost. Ze houdt Maria steeds voor dat ze God in alles moet vertrouwen, dat is haar lijfspreuk. Ook leert oma haar alles over kruiden. Zelf helpt ze vele zieken door de kruidengeneeskunde. Maria vindt het heerlijk om tijd met haar oma in de kruidentuin door te brengen. Ze hoopt dat haar broer Filips Willem ook naar de Dillenburg komt maar dan hoort ze dat hij ontvoerd is door de hertog van Alva en naar koning Filips in Spanje is gebracht. Nu heeft Maria heel veel moeite met haar Godsvertrouwen.
Een boeiende, vlotlezende, historische roman over de moeder van Willem van Oranje, geschreven vanuit het perspectief van Willems dochter. Ik wist niet zoveel van Juliana van Stolberg, maar door deze roman heb ik een helder beeld van haar gekregen. De Duitse auteur heeft veel research gedaan en van koningin Beatrix toestemming gekregen om gebruik te maken van haar archief.
Geef een reactie