De 16-jarige Mary Swan is de hoofdpersoon in deze roman, die zich afspeelt in 1962. Ze is dochter van welgestelde ouders. Met zorgen heeft ze niet veel van doen. Tot haar moeder omkomt bij een groot vliegtuigongeluk. Vol verdriet en onzekerheid probeert ze haar zorgen te verwerken. Intussen is ze op school gekozen om het raadsel op te lossen van drie verdwenen schilderijen, waarvan er een van haar moeder is. Hierbij roept ze de hulp in van haar vriendin en van Carl, een negerjongen die ze heeft ontmoet bij het vrijwilligerswerk wat ze is gaan doen in de armenwijk van de stad. In die omgeving ziet ze veel van het vaste geloof van mensen, iets wat bij haar ontbreekt.
Wat een moeilijkheden komen er op haar weg, want het blijkt bijna onmogelijk te zijn om een zwarte vriend te hebben. Bovendien ontmoet ze een leuke blanke jongen, waar ze ook om gaat geven. Wat dan? En kan ze het geheim van de drie schilderijen oplossen?
Elisabeth Musser heeft in deze roman een goed beeld geschetst van het leven in Amerika in de jaren zestig. De tegenstellingen tussen rijk en arm, tussen zwart en blank worden in het verhaal goed in beeld gebracht. Ook het onderwerp rouwverwerking komt spelenderwijs aan de orde. Het geloof komt op een heel natuurlijke wijze ter sprake. Daarom is het een erg goed boek. Waar velen bladzijden beschrijvingen nodig hebben om een tijdsbeeld te schetsen, bij Musser gaat het als vanzelf dwars door het verhaal heen. Het begin en einde van het verhaal, wat in het jaar 2000 speelt, waren niet echt nodig geweest. Maar verder: een schrijfster om nog eens iets van te lezen.
Geef een reactie