Onderwijzeres Ellen heeft een fijne vakantie achter de rug, een groepsreis naar Noorwegen.
Daar heeft ze Jeroen ontmoet. Een tijdje na de vakantie neemt hij contact met haar op. Samen maken ze wat uitstapjes en Ellen merkt dat Jeroen toenadering zoekt. Ze houdt hem op afstand, ze wil geen relatie. De reden is dat ze twee stukgelopen relaties achter de rug heeft en het niet aandurft om met Jeroen verder te gaan. Op een gegeven moment wil Jeroen weten waar hij aan toe is. Ellen zegt dat ze tijd nodig heeft. Jeroen stelt een ultimatum: over een week wil hij antwoord van haar.
Ellen heeft haar handen vol aan Job die pas bij haar in de klas is gekomen. Hij is het zoontje van de nieuwe achterburen. Hij lijkt ADHD te hebben maar zijn moeder wil hem niet laten testen. Collega Werner weet hoe hij Job aan moet pakken, tot grote opluchting van Ellen. Met Jobs zus Sterre krijgt ze een leuk contact.
Sterre zit op de middelbare school en wil graag juf worden. Ellen laat haar af en toe schriften nakijken.
Langzaam maar zeker wordt het Ellen wat te veel. Het gedoe met Job en de angst om zich aan Jeroen te binden. Als het in de klas de spuigaten uitloopt, stuurt Werner haar naar zijn vrouw en zorgt voor haar klas.
Bij Werners vrouw lucht ze haar hart en dan vertelt Werners vrouw ook wat over haar verleden.
Dit boek wordt door de Veluwse bieb betiteld als een christelijk boek. Dat is typisch voor deze bieb: als er een keer het woordje God in voorkomt, wordt het al christelijk genoemd. Werners vrouw zegt een keer: Er is er maar Eén die ons diepste verlangen kan vervullen.
Een ander personage noemt het vertrouwen op de hemelse Vader.
Jammer dat niet wordt verteld of Ellen wel of niet gelooft. Hoewel haar worstelingen goed worden beschreven, denkt ze niet na over God, hoewel Hij twee keer genoemd wordt in verschillende gesprekken
Geef een reactie