Ik heb erg veel moeite gehad om door te lezen na de eerste paar bladzijden van dit boek. De vorm is een chronologische bundeling van de gefantaseerde brieven van de eveneens gefantaseerde aangenomen zoon en hulp van Leonardo da Vinci, Salai. De taal is, zoals Salai dus verondersteld wordt te moeten zijn: grof, plat, uit op eigen gewin en te regelmatig grof-seksueel. Salai kent geen christelijke norm (hoewel hij natuurlijk Italiaans en Rooms Katholiek is). Hij steelt, hij roddelt, hij verleidt en misbruikt.
Ik kon me niet concentreren op de verhaallijn door de grofheden die genoemd worden. Het werd daarom voor mij onmogelijk om het echt helemaal te lezen. Ik heb voor deze recensie mijn best gedaan om nog door te bladeren, maar helaas; het bleef zo.
De bijlagen moeten het schrijven van dit grove verzinsel ondersteunen, als heeft het bestaansrecht doordat in de geschiedenis dingen hebben plaatsgevonden die in de brieven worden genoemd, hoewel de schrijvers geen moeite doen om te beweren dat het echt is, integendeel, ze schrijven zelf dat het geheel door hen verzonnen is. Hoe vuil moet je zelf denken, wil je hieraan je geld willen verdienen. Ik geef het geen ster, maar een grijze stip (zie Max Lucado's Er is niemand zoals jij), maar als het dan toch moet, liever niet eens een half sterretje.
Geef een reactie