Een groot en blijvend thema van Mirjam Rotenstreich in deze literaire roman is loslaten. Of beter nog: het onvermogen om los te laten. Dat past ook helemaal bij de titel. Elsemijn heeft in haar tienertijd een enorm verlies geleden en op het moment dat het verhaal begint wacht ze op de thuiskomt van haar vriend, in de hoop dat hun relatie zich vanaf deze dag zal verbeteren. Het onvoorstelbare gebeurt. Acht hoofdstukken lang lees je terwijl Elsemieke op Binck wacht , over hoe hun leven is geweest. Opwindend, moeilijk en tragisch. In hoofdstuk 9 blijkt waar haar vriend al die tijd is gebleven. Uiteindelijk sluit dit gedeelte dat getiteld is met het woord ‘heel’ bij hoofdstuk 12 af.
Dan volgt het tweede deel dat “in stukken” heet en 11 hoofdstukken bevat. In dit deel probeert Elsemieke zichzelf bij elkaar te rapen en niet alleen zichzelf.
Hierna volgt het deel “vergaren”. Elsemieke maakt met heel veel verschillende mensen kennis en weet zich in hun leven onmisbaar en geliefd te maken op een bijzonder geraffineerde manier.
En dan volgt het slot dat “bijeen” is genoemd. Echt geniaal hoe Mirjam naar dit slot heeft toegewerkt. Wat voor de lezer eerst nog vaag was, kreeg in de vorige delen steeds meer vorm en vormt in het laatste deel de climax. Het gekke is dat je zo meegesleept wordt in het verhaal dat je dit laatste deel min of meer een logisch gevolg vindt, hoe hilarisch het ook eigenlijk is. Hilarisch en dieptriest. Het is allebei.
Door dit boek krijg je begrip voor mensen die alles kwijtraken in hun leven. Je kruipt wat dichter bij hun gevoel en beleving. Je snapt hoe ver het ‘gewone leven’ van ze af staat en dat dat gewone leven haast niet meer te leven is. Bijzonder hoe Mirjam Rotenstreich daar door fictie een vorm aan gegeven heeft.
Geef een reactie