Leen Schaap heeft drie jaar keihard gewerkt aan de verandering van de verziekte overheidscultuur binnen de brandweer van Amsterdam. Hij beschrijft dit proces met een bewonderenswaardige houding. Integer, met respect voor elk mens maar zonder respect voor kwaadwillend gedrag. Met een enorme drive om te verbeteren wat verbetering behoeft, niet in de laatste plaats om de burger van Amsterdam beter te kunnen dienen, maar zeker ook om de brandweerman zelf te kunnen laten groeien in zijn verantwoordelijkheid en dienst.
De auteur is zeer sterk in analyse en verliest zijn doelen geen moment uit het oog, hoezeer hij ook wordt tegengezeten door de heersende cultuur. Met enorm veel veerkracht en moed heeft hij zich van zijn taak gekweten. Dit boek zou elk mens die in overheidsdienst is, moeten lezen, alleen al om zelf alert te worden op eigen groei en verantwoordelijkheid en de groei en verantwoordelijkheid van de dienst waarvan hij uitmaakt. En misschien zijn er ook in andere grotere bedrijven culturen die van dit boek kunnen leren.
Petje af voor deze man, die niet bang is en alles in zich heeft om de klus te volbrengen. Zijn analyse is een waarschuwing voor elk volwassen mens. Wanneer kijk ik weg? Waar lach ik om? Waarom lach ik mee? Welke angsten draag ik in mijn hart? Hoe groei ik in mijn vaardigheden? Wat is belangrijker, mijn salaris of mijn werk en hoe ik daarin functioneer? De boom van kennis van goed en kwaad heeft zeer diepe wortels. Zo diep dat het boek een spiegel is voor het hart van elk mens wie je ook bent en waar je ook werkt. Corruptie begint met heel kleine stappen, zo klein dat je het eerst zelf niet door hebt. En wanneer een corruptieve cultuur generaties lang wordt volgehouden ontstaat er een dictatoriale sfeer die mens en werk breken en zeer moeilijk te veranderen is.
Geef een reactie