Ik heb dit boek in één adem uitgelezen. Dat komt doordat dit verhaal begint in Cordoba, in het oude Andalusië in de 9e eeuw. Deze plek is op zich al fascinerend, waar in de rest van Europa mensen elkaar uitmoorden, leven hier moslims, joden en christenen redelijk vreedzaam bij elkaar. De cultuur is hier verder ontwikkeld en daardoor kan het dat Alya, de dochter van de hofmeester van de Emir zelfs al kan lezen en schrijven. Ze heeft een talenknobbel en mag als gezant/tolk mee op een missie naar Navarra. De reis gaat uiteindelijk veel verder naar het noorden dan Alya had verwacht. In steeds wisselende omstandigheden blijkt haar talent voor taal, maar ook haar hart voor de medemens haar ver te brengen. Maar of zij daardoor weer thuiskomt?
Het is een boeiend avontuur waarbij Alya’s moed en vindingrijkheid opvallen. Ik werd er echt door meegesleept, zodat ik de beschrijvende observaties en rappe conclusies van Alya (het wordt vanuit haar perspectief beschreven) voor lief neem. Regelmatig vraagt zij zich bijvoorbeeld iets af om dan in de volgende zin al een antwoord te hebben. Het geeft het boek veel vaart en ondertussen informatie over de verschillende volken in Europa, de slavernij die toen gangbaar was en de verschillende religies. De mensen aan wie ze over haar reis vertelt, geloven uiteindelijk altijd haar avontuurlijk verhaal, maar ik doe het alleen maar omdat ik wil genieten van het boek. Het verhaal stopt nogal abrupt, dus ik wacht met spanning op deel 2.
Geef een reactie